Cookie beleid v.v. Hellendoorn

De website van v.v. Hellendoorn is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Binnen de site worden er op dit moment geen analytische cookies gebruikt.

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

‘Herinneringen aan Lamers’

‘Herinneringen aan Lamers’

12 augustus 2021 15:45


Stephan Lamers werd me geïntroduceerd door Peter Koerhuis. Volgens mij een neef van hem, zeker weten doe ik dat niet. Het is jaren geleden, meer dan vijfentwintig, we waren tieners, maar ik zie hem nog zo lopen op het rolschaatsbaantje in De Blenke in Hellendoorn. Pet op, verlegen, lichte bloos op de wangetjes, bruine ogen. Uit Haarle (OV) kwam hij, en hij was zojuist verhuisd naar Hellendoorn. Of hij mee mocht voetballen. Uiteraard. We kenden hem namelijk wel, van onze wedstrijden tegen SV Haarle, waar hij tot een van de betere spelers behoorde. De grote vraag was: voor welke club ging hij spelen in Hellendoorn? Destijds bepaalde je geloof, of het geloof van je ouders de keuze voor een voetbalclub. Nu speelt dat gelukkig geen rol meer. Lamers -we noemden hem nooit Stephan, nog steeds niet- was van katholieke huize. Goed nieuws voor SOS, jammer voor VESOS.

In de jeugd van SOS ontwikkelde hij zich aan de hand van trainers als Robert Blikmans en Cees Riemers tot een veelzijdige speler. Hij behaalde successen: kampioen in D1 en A1. Reeds op jonge leeftijd maakte hij de overstap naar het vlaggenschip van SOS, op dat moment getraind door Joop Kieftenbeld en uitkomend in de absolute kelderklasse van het amateurvoetbal, de zesde klasse zondag. In zijn debuutjaar, hij voetbalde zelf nog in A1, werd SOS kampioen. Toen al een fanatiek en leergierig ventje, hoorde ik van ooggetuigen. Twee jaar voetbalde hij nog in de vijfde klasse zondag, met spelers als Bart Veldkamp, Jeroen Claassen, Niels Kappert, Wouter Nijenhuis, Stefan Mollink, Richard Zwiers, Remco Dijkstra, Roland Filart en Dinand Winters, kent u ze nog? In 2006, bij Delden uit, speelde hij in de laatste wedstrijd van SOS. Dat jaar werd v.v. Hellendoorn opgericht. Een snelle rekensom maakt dat Lamers vijftien seizoenen in het eerste elftal heeft gespeeld, hij heeft trainers, spelers, tegenstanders, scheidsrechters en fans zien komen en gaan. Zo’n lange periode in een eerste elftal, dat is maar weinigen gegund.

Wat me bij Lamers tijdens het voetballen van kinds af aan opviel was zijn tong. Niet alleen bij het voetballen trouwens, ook in de schoolbanken viel me dat op. Wat wil het geval: als hij geconcentreerd bezig is, dan komt zijn tong tevoorschijn en bijt hij er zachtjes op. Die tong staat symbool voor zijn verbetenheid. Misschien komt die tong ook wel op andere momenten tevoorschijn, maar op dat terrein wil ik me nu liever niet begeven.

Die verbetenheid, in combinatie met zijn concentratie en doorzettingsvermogen maken dat Lamers het vijftien jaar in het eerste van v.v. Hellendoorn heeft volgehouden. Zijn inzet was voorbeeldig te noemen. Niet opgeven. Doorgaan. Die instelling zorgde er ook voor dat hij enige jaren geleden, na een zware knieblessure, eigenlijk direct zei: ik kom terug. De arbeid die hij in zijn herstel stak is bewonderingswaardig te noemen. Nog een paar jaar kon hij de kar trekken in het jeugdige elftal van v.v. Hellendoorn. Hij nam zijn taak altijd serieus. Nooit heb ik meegemaakt, of van anderen gehoord, dat hij op vrijdagavond te diep in het glaasje had gekeken of buiten de lijntjes had gekleurd. Volgens mij dronk hij sowieso niet voor een wedstrijd. Anderen uit zijn elftal deden dat wel, een klein pilsje op vrijdagavond, anderen zopen zich klem en voetbalden op zaterdag nog de sterren van de hemel. Lamers niet, hij vond dat het gewoon niet hoorde.

Lamers heeft, zo ik me weet te herinneren, bijna alle posities op het veld bekleed, behalve in de aanvalslinie. Maar wat is Lamers nu precies voor een voetballer? Welke positie past het beste bij hem? Die vragen zijn lastig te beantwoorden. Wat ik wel weet is dat hij loopvermogen, inzicht en oog voor de ruimte voor hem heeft. Dat betekent dat hij ergens moet komen, en niet al moet staan. Opstomen vanuit de laatste linie of het middenveld, dat kon hij goed. Zo heeft hij best veel assists en doelpunten op zijn naam staan. Enige jaren geleden was hij zelfs topscorer, een knappe prestatie voor iemand die toen laatste man speelde. Lamers is rechtsbenig, maar kan met zijn linkerbeen ook aardig uit de voeten. Zo herinner ik me een goal bij OZC uit, een bekeken schot van buiten de zestien meter, in de verre hoek. Door de jaren heen begon hij steeds meer te coachen in het veld, op een positieve en opbouwende manier naar zijn teamgenoten. En steeds vaker een verlengstuk van de trainer, hij kon meestal goed door een deur met de trainer.

Al schrijvende komen meer zaken boven. Zo ook dat het opviel dat Lamers veel mensen kent, binnen en buiten de gemeente, en ook van tegenstanders. Hij maakt met iedereen een praatje en is geïnteresseerd. Het heeft hem de bijnaam ‘sociolamers’ opgeleverd.

Ook voor Lamers begonnen de jaren te tellen. Zijn snelheid, nooit zijn sterke punt geweest, ging achteruit en hij kreeg vaker last van kleine pijntjes. Grijze haren winnen aan terrein op zijn schedel. Voor hem is het mooi geweest, hij gaat meer tijd besteden aan zijn gezin. Maar Lamers is er de persoon niet naar om het voetbal vaarwel te zeggen. Op zondag zal hij zijn wedstrijden blijven spelen en het zal niemand verbazen als hij trainer wordt.

Al die jaren, ook in de jeugd, stond zijn trotse vader Leo langs de lijn. Thuis- en uitwedstrijden, dat maakte Leo niet uit. Lamers liep na de wedstrijd altijd even naar zijn vader toe, de kop omhoog na een glorieuze overwinning, het hoofd gebogen na een nederlaag. Ik hoop dat Leo er zaterdag ook is. Wat zullen ze tegen elkaar zeggen?

Thomas Claassen
stephan.jpg

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!